Behandelprotocol

Voorgeschiedenis

Multi Family Therapy (MFT) kent in de GGZ een lange geschiedenis. Deze staat beschreven in Asen & Scholz (2010 en 2017).

Saskia Vermeulen en Sonja Fleminger bundelden in 2008 hun krachten om voor de ‘Ursula’, Centrum voor Eetstoornissen een Nederlands MFT protocol verder uit te werken en vorm te geven. Sterk leunend op het werk Van Asen en Schulz is in 2010 de eerste versie van het Nederlandse  protocol verschenen. Deze is in 2014 voor het eerst gereviseerd. Bij wat intussen Rivierduinen Eetstoornissen Ursula heet is de visie, die ten grondslag ligt aan dit protocol, leidend voor het behandelaanbod. Bij GGZ-E heeft Ankie Roedelof het protocol ingevoerd op de afdeling voor eetstoornissen en sindsdien wordt ook daar met veel enthousiasme met het protocol gewerkt.

Op basis van recente onderzoeken en de jarenlange ervaringen in het begeleiden van MGDB-groepen bij de ‘Ursula’ en bij GGZ-E is in 2022 het protocol geheel herschreven. De duur van de behandeling is ingekort en de dagen worden geclusterd en dichter op elkaar gegeven. De eetstoornis blijft meer prominent onderwerp van de aandacht en het aantal onderwerpen dat behandeld wordt is teruggebracht. Er is meer aandacht voor het omgaan met de groep en voor groepsprocessen.

Parallel aan de ontwikkelingen van het jeugdprotocol schoof de leeftijd van belangstellende cliënten op. Vanaf 2015 zijn we speciale MGDB-groepen gaan ontwikkelen voor (jong)volwassenen.  In 2016 is de eerst ruwe versie van het bewerkte protocol voor (jong)volwassenen intern bij de ‘Ursula’ in gebruik genomen. Het is beschreven in Handbuch der Multifamilientherapie, Eia Asen en Michael Schulz, Carl-Auer, 2017, hoofdstuk 2.10: Multifamilien-Tagesbehandlung für Erwachsenen met Essstörungen.

Dit protocol is ook in 2021 gereviseerd en is in augustus 2022 gepubliceerd.

Recent is ook in Engeland een protocol gepubliceerd (Eisler e.a., september 2021). Uit het RCT van Eisler e.a. (2016) blijkt dat deze behandeling geen ‘stand alone’ behandeling is, maar wordt toegepast in een mix van individuele FBT (Family Based Treatment, door hen FT-AN genoemd, Family Treatment Anorexia Nervosa) en MFT. De Nederlandstalige protocollen zijn een ‘stand alone’ behandeling voor jongeren en (jong)volwassenen met Anorexia en Boulimia Nervosa, in brede zin.

 

Wie zijn wij

Saskia Vermeulen (1958) is in 1986 afgestudeerd in de studierichting klinische psychologie, aan de Rijks Universiteit Leiden. In 1999 heeft zij de BIG registratie van GZ psycholoog verkregen. In 2001 de BIG registratie van Psychotherapeut (BIG nummer 39050811316), in 2006 van Klinisch Psycholoog (BIG nummer 19050811325) en sinds 2008 is zij gewoon lid van de NVRG en sinds 2023 supervisor NVRG.  Zij is Manager Behandel Zaken bij Rivierduinen Eetstoornissen Ursula sinds 2006.

Zij heeft veel ervaring in de GGZ met de behandeling van psychiatrische stoornissen, bij jongeren en volwassenen met hun naasten. Vanaf 2001 heeft zij zich gespecialiseerd in de behandeling van eetstoornissen en comorbide problemen bij jongeren en volwassenen.

Als leidinggevende heeft zij het behandelbeleid van de Ursula gericht op behandeling op maat met inzet van verschillende psychotherapeutische technieken en met veel aandacht voor achterliggende en in stand houdende problemen.

Op zoek naar alternatieven voor het klinisch behandelen van eetstoornissen heeft zij samen met Sonja Fleminger de MeerGezinsDagBehandeling vormgegeven voor jongeren en (jong)volwassenen, intussen één van de 3 in de zorgstandaard eetstoornissen aangeraden behandelmethoden. Het betrekken van ouders en naasten bij de behandeling is één van de hoofdpunten van het door haar ontwikkelde behandelbeleid.

In Nederland heeft zij op verschillende plekken deze visie uitgedragen en na het schrijven en reviseren van de protocollen hierover, en het publiceren over systeemtherapie bij eetstoornissen en MGDB heeft zij het initiatief genomen tot het opzetten van de eerste scholing op dit gebied.

Voor de Ursula is zij een boegbeeld, dat regionaal en landelijk actief is in het innoveren van de behandeling van eetstoornissen. Zij is actief in K-eet, heeft een grote bijdrage geleverd aan de inhoudelijke vormgeving van VIBES (vroeg interventie bij eetstoornissen), intussen een gezamenlijk initiatief van Rintveld, EMC en Ursula, om met een kleine interventie eetstoornissen bij jongeren snel te begrenzen. Voor FBT en MGDB heeft zij binnen een landelijk samenwerkingsverband nagedacht over een Professioneel Feedbacksysteem om te zorgen dat de kwaliteit van FBT en MGDB, na training, geborgd is en blijft. Voor Rivierduinen is zij voorzitter van de Expertgroep Triadisch Werken.

Zij is ook de initiatiefnemer voor deze website.  De eerste stap op weg naar een landelijke scholing en kwaliteitssysteem voor MGDB.

Sonja Fleminger is na haar pensionering in 2017 actief gebleven. Zij is als medeauteur van de gereviseerde protocollen betrokken bij het opzetten en de inrichting van de scholing op gebied van MGDB.

Na in 1970 haar opleiding maatschappelijk werk in Amsterdam afgerond te hebben en in 1984 de VO aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle, is zij van 1986 t/m 1989 aan deze opleiding verbonden geweest als supervisor. In 1990 werd zij gewoon lid van de NVRG en in 1991 psychotherapeut BIG. In 1994 volgde het gewoon lidmaatschap van de VGCT, vanaf 2008 was zij voor de VGCT supervisor en leertherapeut. Intussen rondde zij de opleiding Dissociatieve Stoornissen af, en werd zij in 1995 gewoon lid van de NvvH.  In 2006 rondde zij een cursus beleidspsychiatrie af bij Berends en Que Performance.

Vanaf 1986 is zij als therapeut gaan werken bij wat nu Accare heet. Zij was hier een drijvende kracht achter de oprichting van één van de eerste centra in Nederland voor eetstoornissen bij jongeren in 1995. Van 2000 tot 2009 was zij hoofd behandelzaken van deze afdeling. In 2009 werd zij medeoprichter van een afdeling eetstoornissen voor jongeren van Accare in Almere. Na haar pensionering in 2011 is zij bij Rivierduinen Eetstoornissen Ursula tot 2017 actief gebleven als adviseur en supervisor. Zij gaf gedurende haar loopbaan vele lezingen over de behandeling van eetstoornissen in binnen- en buitenland. Dit leidde in 1998 tot een kennismaking met Eia Asen en Michael Scholz en enkele jaren later tot de eerste toepassing van hun MFT visie en concepten in Nederland bij Accare, toen de Ruyterstee, ingepast in een klinische setting. Een verslag daarvan werd gedaan in het Journal of Family Therapy van mei 2005, vol 27 Issue 2, pag 147 t/ m 158.

Sonja Fleminger ziet terug op een boeiende carrière, waarin zij heeft ervaren dat vertrouwen in de zelf helende kracht van individuen samen met hun systemen meer gewicht in de schaal legt dan dat de technieken van therapeuten bij de behandeling van eetstoornissen.

Ankie Roedelof (1966) is sinds 1999 GZ-psycholoog, sinds 2012 Klinisch Psycholoog (BIG nummer 99051532025) en sinds 2013 psychotherapeut (BIG nummer 09051532016) en systeemtherapeut, NVRG-supervisor sinds 2023, EMDR-practitioner en EMDR-supervisor K&J. Ze is werkzaam binnen de GGzE, Centrum Kind- en Jeugdpsychiatrie te Eindhoven binnen het eetstoornissenteam, met als aandachtsgebied complexe diagnostiek en echtscheidingen. Ze heeft de afgelopen 30 jaar gewerkt met de meest uiteenlopende psychiatrische problemen binnen verschillende settings, te weten: kinder- en jeugdpsychiatrie (zowel klinisch, dagbehandeling als ambulant met alle leeftijden), volwassen-psychiatrie, orthopedagogiek en mensen met een (licht) verstandelijke beperking.

Sinds 2010 heeft ze tijdens haar KP-opleiding de opdracht gekregen om het eetstoornissenteam van GGzE vorm te geven en heeft toen met enthousiaste collega’s onder andere de MeerGezinsDagBehandeling (MGDB) opgestart. Wegens de positieve resultaten bij de gezinnen zijn ze hiermee door blijven gaan en – mede aangemoedigd door collega’s en die gezinnen – draagt ze nu graag haar steentje bij om deze krachtige methodiek volgens de richtlijn middels scholing verder over de eetstoornis-centra in het land te verspreiden.  

Loes Wientjens is Kinder- en jeugd Psychiater (BIG 69049908501) en werkt bij Centrum K&J Psychiatrie GGzE. Zij maakte voor het eerst kennis met de eetstoornissen wereld in 2004, toen zij als arts bij de GGZ-Oost Brabant werkte. Haar interesse werd gewekt toen ze gevraagd werd om de somatiek te verzorgen voor de jeugd deeltijd behandeling (toen nog in Veghel) voor jongeren met Anorexia. Tijdens haar opleiding tot Kinder- en jeugd Psychiater (2006 tot 2010 GGZ Oost- Brabant,  Karakter, Herlaarhof) liep ze ook stage bij Rintveld in Zeist; daar deed ze klinische ervaring op met deze doelgroep. 

Als psychiater ging ze werken in Helmond (Polikliniek kind en jeugd, team emotionele stoornissen, crisisdienst, de adolescenten kliniek en voor Specialistisch Centrum voor Eetstoornissen) en was één van de pioniers van de Eetstoornissen Kliniek aldaar. Daarnaast was ze regiebehandelaar van de jeugd deeltijd behandeling. Sinds 2018 werkt zij  bij GGzE en is zij nauw betrokken bij de MGDB-behandeling voor jongeren. 

De behandelprotocollen

Je titel komt hier

Your content goes here. Edit or remove this text inline or in the module Content settings. You can also style every aspect of this content in the module Design settings and even apply custom CSS to this text in the module Advanced settings.

S. Fleminger en S.J. Vermeulen; MGDB, MeerGezinsDagBehandeling voor jongeren met een eetstoornis, een werkboek voor hulpverleners, 2022. Te bestellen via contactformulier. Prijs € 54,50 inclusief BTW en verzendkosten.

“De rode draad in het protocol is het samenwerken, het bundelen van de krachten tegen de eetstoornis en vóór de jongere, zodat deze haar leven weer op kan pakken. Het protocol biedt ‘zorg op maat’ voor jongeren met een eetstoornis, waarbij de ouders, de jongere zelf en de verschillende betrokken behandelaren met elkaar een context creëren, waarin de eetstoornis overwonnen kan worden. Hoe die context eruitziet, zal per gezin en per jongere verschillen.

MGDB is voor veel jongeren met een eetstoornis een afdoende behandeling. Aan alle jongeren biedt het op zijn minst een basis, van waaruit met gezin of jongere verder gewerkt kan worden aan het herstelproces. In de ruim 10 jaar ervaring die bij de Ursula en GGzE is opgedaan is duidelijk geworden dat een klinisch psychiatrische behandeling voor jongeren met een eetstoornis, ongeacht de ernst van de eetstoornis, op enkele uitzonderingen na, voorkomen kan worden. Dat is niet altijd makkelijk gebleken, ook niet voor de ouders. Van hen wordt aan inzet en doorzettingsvermogen veel gevraagd. In het protocol wordt dan ook zeer expliciet aan hen veel aandacht besteed.”

Oefening: Wrijving geeft warmte
“In twee parallelle groepen wordt gesproken over het natuurkundig thema “Wrijving geeft warmte”, waarna dit thema wordt betrokken op interpersoonlijke relaties. Elke groep presenteert tenslotte een samenvatting van hun discussie aan de andere groep door middel van een poster, rollenspel (video) of op een andere manier.
Doel: Aandacht voor grenzen en regels, en hoe daarmee wordt omgegaan.
Onderzoeken hoe het omgaan met meningsverschillen en conflicten zowel negatieve
als positieve gevoelens geeft. Verhelderen van het verschil tussen discussie en
confrontatie.

Instructie: “In de natuurkunde geldt het principe dat wrijving warmte veroorzaakt. Probeer dit principe te vertalen naar menselijke relaties, en bespreek hoe dit principe ook een nuttige manier kan zijn om naar gebeurtenissen in een gezin of relatie te kijken. Soms is er veel spanning in jullie onderlinge verhoudingen en wat er dan gebeurt is allesbehalve ‘koud’. Wat kan leiden tot warmte, en hoe kun je bijtijds stoppen, voordat de gemoederen te zeer verhit raken? Bespreek dit in twee afzonderlijke groepen in een verschillende ruimte. Daarna zullen we vragen om de resultaten aan elkaar te presenteren, op welke manier jullie maar willen.”

Focus: Wanneer zijn meningsverschillen belangrijk? Wat zijn de basisregels voor een
goede discussie? Wat zijn positieve aspecten van conflicten? Kan een meningsverschil ook worden gezien als de uitdrukking van liefde en zorg? Hebben cliënten wrijving nodig om conflicten te leren hanteren en het later weer goed te maken?”

S. Fleminger en S.J. Vermeulen: MGDB V, MeerGezinsDagBehandeling voor (jong)volwassenen met een eetstoornis, een werkboek voor hulpverleners, 2022. Te bestellen via contactformulier. Prijs €54,50 inclusief BTW en verzendkosten.

“Voor volwassenen met psychiatrische problematiek mag intussen algemeen bekend verondersteld worden dat de prognose voor herstel beter is als de omgeving bij de behandeling betrokken wordt. Dit geldt ook voor volwassenen met een eetstoornis. Uit onderzoek blijkt dat volwassenen met een eetstoornis beter af zijn met een steunende omgeving (Bloks 2004) en minder vaak een behandeling voortijdig afbreken als de partner meewerkt in de behandeling (Bulick e.a. 2011; Baucom e.a. 2017).

Door de omgeving intensief bij de behandeling te betrekken kan deze op zijn minst veranderen van ‘een de eetstoornis instandhoudende context’ naar ‘een de eetstoornis begrenzende context’. De omgeving kan ook meer worden dan dat, namelijk een steunende en gezondheid bevorderende context. De verwachting is dat binnen een adequaat reagerende en gezond gedrag bevorderende omgeving de duur van de behandelingen ingekort kan worden. Voor sommigen zal MGDB V genoeg zijn om voldoende verandering te bewerkstelligen.

Veranderingen met betrokkenheid van naasten zijn ook ‘duurzamer’. De naasten kunnen ook na afronding van de behandeling veranderprocessen blijven steunen en weten snel en adequaat op een eventuele terugval te reageren.

Cliënt en omgeving worstelen, zeker bij langer bestaande eetstoornissen, vaak met wederzijds onbegrip. De angst om te veranderen (voortkomend uit de eetstoornis en achterliggende problematiek) en de behoefte aan grip en controle (goed te begrijpen vanuit de hevige angsten) hebben bijna vanzelfsprekend tot gevolg dat een cliënt met een eetstoornis zich steeds meer isoleert van haar omgeving. De omgeving zal zich toenemend onmachtig voelen. Gevoelens van onmacht zijn doorgaans moeilijk te verdragen. Eetstoornissen zijn ook moeilijk te begrijpen voor een buitenstaander. Uit onbegrip en machteloosheid, worden naasten vaak overbezorgd of heel kritisch in hun reageren. Beide reacties zijn goed te begrijpen, maar niet helpend. Zij versterken het proces van het zich terugtrekken en isoleren.

In deze behandeling leren cliënt en naasten samen te werken rond de eetstoornis. De cliënt leert haar naasten te betrekken in het proces van veranderen en de verantwoordelijkheid voor verandering te delen….”

Aanmelden voor de training of een boek bestellen?